Het Gronings als waardevolle taal voor die mensen die het spreken, maar ook voor die het kunnen verstaan. Met de laatste tijd meer aandacht voor het belang van de taal voor het je gelukkig voelen, thuis voelen. Mien Toal.
Mijn ouders, groot- en groot grootouders komen van het Hoogeland. Zelf ben ik er een die het niet of weinig spreekt, maar wel kan verstaan. En zeker via ook de liedjes van Ede Staal heeft leren waarderen, al spraken mijn ouders tegen ons alleen Gronings als het menens was.
Nu, met een kunsthuis op de wierde van Godlinze, met het uitzicht op het torentje van Spiek, kon het niet anders of er moest een Groninger klank aan die naam van dat kunsthuis.
Omringd door archeologische monumenten werd het een –vrije- vertaling van “oude grond”, van “oude aarde”. “oal eer” op mijn manier. De oa-klank daar herken ik het Gronings aan en eer van eerde laat ruimte aan de fantasie.
Simon Reker, destijds Hoogleroar Grunneger Toal en Kultuur, heeft me naderhand overtuigd dat de echte vertaling eerder “olle grond” zou moeten zijn, maar dat is een minder makkelijke naam voor een kunsthuis. Vandaar –de Groningers vergeven mij de vrijheid- “Oal Eer”!